maandag 21 december 2009

Open brief aan de voorzitter van de werkgroep Pintohuis

Aan Peter Lankhorst, onafhankelijk voorzitter van de werkgroep Pintohuis, zoals aangesteld door Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam.

20 december 2009

Geachte heer Lankhorst, geachte leden van de werkgroep,

Uw concept (21-12-2009) van het verslag van de werkgroep aan de gemeente heb ik met belangstelling en verbazing gelezen.

De leuke plannetjes verwoord in bovengenoemd verslag gaan geheel en al aan de feitelijke situatie voorbij. Door het aanvaarden van een veel te beperkte opdracht van het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Centrum, bent u slechts tot instrument en medeplichtige van een onbehoorlijk bestuur gedegradeerd.

De feiten:
De gemeente heeft tot 2044 het voortdurend recht van erfpacht verleend voor een registergoed, zijnde een bibliotheek en bovenwoning.
De N.V. Amsterdams Monumentenfonds heeft het registergoed in 1998 gekocht voor 377.000 Euro (ook wel genoemd een prikkie), en, gezien de koopprijs, rechtsgeldig verklaard: 1) het Pinto pand te gaan gebruiken als openbare bibliotheek en één woonhuis zoals het toen in gebruik was; 2) de sociaal-culturele en maatschappelijke functie van het Pinto huis te waarborgen; 3) dat een eventueel nieuwe huurder past in de gebruikstraditie van het Huis de Pinto; en 4) dat diens gebruik of bestemming overeenstemt met de waardigheid van het pand.

Het registergoed is dus een bibliotheek en bovenwoning en kan dus slechts verhuurd worden als openbare bibliotheek en woning. Gelukkig is dit notarieel gewaarborgd door (inmiddels) Stadsherstel Amsterdam N.V., beheerder zonder winstoogmerk. Elk ander gebruik zal uiteindelijk door een rechter getoetst moeten worden. Daar zal uw werkgroepje geen verandering in brengen. Ik neem aan dat de gemeente dit wist en dus op onbehoorlijke wijze u en uw leden van de werkgroep voor het karretje gespannen heeft.

Dat uw verslag op valse wijze verantwoordelijkheid van zich afschuift en oneigenlijke nieuwe voorwaarden stelt licht ik ook graag nog even toe:
U stelt mogelijkheden te hebben gevonden “Mits er een goede en vruchtbare samenwerking tot stand komt”. “En tegen aanvaardbare kosten.”
De goede en vruchtbare samenwerking dient slechts tussen verhuurder en toekomstig huurder tot stand te komen, zodat de functie van het Pintohuis gewaarborgd blijft. Een buurtstichting is hier helemaal niet gewenst noch noodzakelijk. Ditzelfde principe geldt ook voor het kostenaspect. Hierbij zij aangetekend dat de door u genoemde huurkosten (> 65.000,-- Euro) in geen enkele redelijke verhouding staan tot de aankoopsom (377.000 Euro in 1998) van het Huis de Pinto. Geen wonder dat de OBA de huur heeft opgezegd! En, een schande dat zulke huursommen in het verleden zijn voldaan uit publieke middelen.

Tot slot mijn spijtbetuiging dat zo veel tijd, moeite en geld verspild wordt met het verdraaien van de werkelijkheid en toekomst van het Huis de Pinto zoals deze reeds door de legendarische Geurt Brinkgreve notarieel is zekergesteld *.

Kortom: de Pinto bieb zal blijven !

Elbert Kaan

Concept verslag werkgroep

CONCEPT

Amsterdam, 21 december 2009


Aan het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam,


Bij besluit van 22 september 2009 heeft U de werkgroep Pintohuis ingesteld. Deze werkgroep moet bekijken of in het Pintohuis, na de verhuizing van de bibliotheek, een publieksfunctie behouden kan blijven. Specifieker is gevraagd om de mogelijkheden te onderzoeken om de openbaarheid van de begane grond van het Pintohuis te realiseren.

Gevraagd is om met voorstellen te komen voor het einde van het jaar. De werkgroep is in relatief korte termijn vijf keer bij elkaar geweest en wil U hierbij graag verslag doen van de opvattingen die in de werkgroep leven. Daarbij moet worden aangetekend dat de werkgroep zodanig heterogeen is samengesteld dat er van een bindende besluitvorming geen sprake kan zijn. Elke geleding binnen de werkgroep behoudt het recht op een eigen mening. Maar de opvattingen in dit verslag worden wel door alle deelnemers onderschreven. Uiteraard zal er nog veel moeten worden uitgewerkt. Daar is ook meer dan genoeg tijd voor. De verhuizing van de bestaande bibliotheek in het Pintohuis naar de kop van de Czaar Peterstraat zal, zoals het er nu uitziet, zeker niet voor 2012 plaatsvinden. Maar omdat het realiseren van buurtfuncties op de begane grond van het Pintohuis financiële consequenties met zich mee zal brengen, is het goed dat er voor de stadsdeelraadsverkiezingen van maart 2010 enig zicht is op die consequenties. U heeft de werkgroep immers niet zonder reden gevraagd nog dit jaar met voorstellen te komen, zodat de huidige deelraad zich daar nog een oordeel over kan vormen. Aan dat verzoek voldoen wij gaarne.

Op Uw voordracht is de werkgroep breed samengesteld. Peter Goutbeek namens Stadsherstel, de eigenaar van het Pintohuis. Janrense Boonstra, de directeur van het Rembrandthuis als de beoogde huurder. Namens de buurtbewoners hebben Martijn van der Molen, Annabel Koolhaas en Auke Bijlsma aan het overleg deelgenomen. De scholen hebben in de persoon van Corry Malta, de directeur van De Witte Olifant, geparticipeerd. Daarnaast hebben twee leden van de Deelraad, Tineke Koopman en Joost Kircz, en twee ambtenaren, Rini Scheffers en Martien Maten, op Uw verzoek zitting genomen in de werkgroep. Als onafhankelijk voorzitter heeft U Peter Lankhorst voorgesteld. De vertegenwoordiger van de actiegroep Pinto Moet Blijven, Haje Bouwman, heeft zich na de eerste bijeenkomst teruggetrokken. De reden is dat de opdracht van de werkgroep niet strookt met de eisen van de actiegroep. Feitelijk is dat ook waar. De actiegroep wil dat de bibliotheek in het Pintohuis blijft. De werkgroep is gevraagd met voorstellen te komen die als vertrekpunt hebben het vertrek van de bibliotheek. Het besluit daarover is allang geleden genomen. Het is de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) geweest die heeft besloten te verhuizen. Het is niet het Rembrandthuis die de bibliotheek wil verjagen. Gezien de begrijpelijke commoties in de buurt is het goed om dat vast te stellen. De verslaglegging van de werkgroepbijeenkomsten is gedaan door Thea Willemsen Secretariaatsbureau.

Stadsherstel is eigenaar van het Pintohuis. Volgens afspraak moet Stadsherstel een nieuwe huurder voordagen aan het Joods-Historisch Museum. Een criterium is dat de huurder een sociaal-culturele functie moet vervullen. Het Joods-Historisch Museum stemt in met het Rembrandthuis als huurder. In eerste instantie werd gedacht dat het Rembrandthuis de begane grond, inclusief kelder, en de eerste verdieping zou huren. Dat zou betekenen dat op de benedenverdieping ook kantoorfuncties zouden moeten komen. Dat strookte niet met het gevraagde om de mogelijkheden te onderzoeken om de openbaarheid van de begane grond te realiseren. Bij een bezoek van de werkgroep aan het Pintohuis bleek dat de tweede verdieping (en een zolderruimte) ook ruimte kunnen bieden aan de noodzakelijke kantoorbehoefte van het Rembrandthuis. De tweede verdieping en de zolder zijn nu apart verhuurd. Het gaat om een huurcontract dat jaarlijks verlengbaar, en dus opzegbaar is. Opzeggen van dat contract is gezien de tijdspanne nu nog niet aan de orde, maar Stadsherstel is zeker bereid die verdiepingen ook aan het Rembrandthuis te verhuren. Met het oog op de opgang en de veiligheid is het zelfs praktischer en overzichtelijker om met een huurder te maken te hebben. Er zal uiteraard verder overleg plaats moeten vinden tussen de eigenaar en de beoogde huurder over de voorwaarden en condities, inclusief de financiële, van de verschillende ruimtes. Daarbij speelt ook dat als de OBA het pand heeft verlaten er enige herstelwerkzaamheden plaats zullen moeten vinden. Zichtbare scheuren hebben overigens volgens de bouwkundigen van Stadsherstel niet te maken met constructieproblemen. Het gaat vooral om cosmetische operaties en dilatatievoegen. De nieuwe huurprijs wordt mede bepaald door de prijs van de herstelwerkzaamheden. Daar valt nu nog niet veel over te melden. Maar de overtuiging is er wel dat er een alleszins redelijke huurprijs tot stand zal komen.

Het grote voordeel van de mogelijkheid dat het Rembrandthuis het gehele Pintohuis gaat huren, is dat er met meer vrijmoedigheid gesproken kan worden over de openbaarheid van de begane grond. Want dan hoeven daar geen kantoorfuncties gehuisvest te worden. De werkgroep heeft dat met vreugde vastgesteld en is vervolgens met enige vrijmoedigheid naar een mogelijke invulling van de begane grond gaan kijken. Daarbij is het financiële aspect niet uit het oog verloren. Buurtfuncties kosten uiteraard geld en die rekening zal zo moet worden aangenomen bij het stadsdeel worden neergelegd. De kunst is dus om de ruimtes op de begane grond zo optimaal mogelijk te gebruiken. Dat kan alleen als er goede afspraken worden gemaakt tussen de buurtbewoners en het Rembrandthuis. Omdat het Rembrandthuis, maar ook het stadsdeel een betrouwbare partner moeten hebben, waarmee ze zaken kunnen doen, ligt het voor de hand dat een aantal buurtbewoners een stichting in het leven roepen die de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de uitwerking van de te maken afspraken. Noem het voorlopig de Stichting vrienden van het Pintohuis. Een aantal mensen zal hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

Alvorens een eerste idee te geven hoe de openbaarheid van de begane grond er na de verhuizing van de OBA er uit zou kunnen zien, is het goed kort verslag te doen van het gesprek dat de werkgroep had met Rina van Duinen, regiohoofd OBA, en Liesbeth Pijper, bibliothecaresse van het huidige Pintohuis. De OBA huurt op dit moment 480 vierkante meter. Die oppervlakte behelst de begane grond, de kelder en de eerste verdieping. De huurprijs is afgerond 65.000 euro per jaar. De OBA wil zich straks volledig kunnen richten op de Czaar Peterstraat. Maar de OBA is bereid mee te werken aan het handhaven van de openbare functies op de begane grond van het gebouw. Wel staat het vast dat er in het pand niets achterblijft aan bibliotheekfuncties. Als bijvoorbeeld in het Pintohuis een kinderbibliotheek gehandhaafd zou blijven dan ondermijnt deze het succes van de nieuwe bibliotheek in de Czaar Peterstraat. Bovendien laten alle cijfers van de bibliotheek in het Pintohuis een dalende lijn zien. Veel mensen in de buurt maken gebruik van de nieuwe centrale bibliotheek. In de Nieuwmarktbuurt is sprake van 1800 jeugdige inwoners van 0 tot 18 jaar. De OBA vindt het niet raadzaam om in deze tijd een zo kleinschalige voorziening te realiseren. Scholen worden door de OBA geadviseerd en ondersteund. Er wordt gewerkt met leencollecties, bijvoorbeeld themacollecties en projectcollecties. De OBA werkt niet met vrijwilligers. Waar een collectie wordt opengesteld moet opgeleid personeel aanwezig zijn. Sommige werkgroepleden denken dat de bewoners van de Nieuwmarktbuurt niet naar de bibliotheek in de Czaar Peterstraat zullen gaan. Het blijft erg jammer dat de bibliotheek moet verdwijnen. De buurtbewoners gaan al veertig jaar naar deze leeszaal en die ontmoetingsruimte voor de buurt wil men graag houden met deze ambiance. Het handhaven van sommige bibliotheekvoorzieningen wordt erg belangrijk gevonden. Vooral de kinderbibliotheek wordt zeer gekoesterd. Maar er moet tegelijkertijd vastgesteld worden dat er geen toekomst is voor de huidige kinderbibliotheek. Het is gewoonweg een te kostbare voorziening en er is ook geen medewerking van de OBA.

Alles overwegende, zeker ook de financiële consequenties, kan er tot een eerste idee voor de indeling van de begane grond van het Pintohuis worden gekomen. Het gaat uitdrukkelijk om een eerste idee en om een eerste kostenberekening. Veel zal en moet verder uitgewerkt worden. Door een tweetal ruimtes een bestemming te geven die zowel voor de buurt als voor het Rembrandthuis interessant zijn, kunnen de kosten worden beperkt. Maar dat betekent ook dat er een vruchtbare samenwerking moet komen tussen de buurt, vertegenwoordigd door de stichting, en het Rembrandthuis. In de bijeenkomsten van de werkgroep is daar een eerste, aftastende en voorzichtige aanzet voor gegeven. Voordeel van een hernieuwde samenwerking van het Rembrandthuis en de buurt zal zijn dat de buurt weer trots kan zijn op het huis van Rembrandt en het Rembrandthuis zich gewaardeerd voelt door de buurt.Het is ook goed om op te merken dat de huidige bibliotheek maar 22 uur per week geopend is. Met een goede samenwerking wordt de tijd dat het Pintohuis openbaar toegankelijk is fors uitgebreid.

In de voorkamer van de begane grond kan een openbare leestafel voor de buurt komen met kranten en tijdschriften, internet en terminalaansluitingen. Deze ruimte waar nu de uitlening plaats vindt is 52 vierkante meter groot. Dat is groter dan de huidige ruimte van 44 vierkante meter. Het voordeel van de voorruimte is dat het vanaf de straat goed zichtbaar is. Er kan tot een goede inrichting gekomen worden met boekenkasten als afscheiding. Er kunnen boekenkasten komen voor omwisselen en ruilen. Bijvoorbeeld met afgeschreven boeken van de OBA of met afgedankte boeken van bewoners. Zeker ook met het oog op kinderen. Misschien er is samenwerking met boekwinkel Partheon mogelijk. Voor de openbare leestafel kan een contract met de OBA afgesloten worden. De OBA wil meewerken aan advisering en totstandkoming van zaken die niet concurrerend zijn voor de nieuwe OBA-vestiging aan de Czaar Peterstraat. Vrijwilligers zullen voor toezicht moeten zorgen. Deze ruimte is exclusief voor de buurt. Het heeft een ontmoetingsfunctie voor de buurt.
De kamer links van de ingang, 16 vierkante meter groot, kan worden ingericht als een vergaderruimte. Te gebruiken door het Rembrandthuis, maar ook met een buurtfunctie. Kleine buurtvergaderingen kunnen daar worden gehouden, maar het lijkt ook een fijne ruimte voor de bestaande leesclubs. Hier kunnen mogelijk ook de kleine tentoonstellingen plaatsvinden, die er nu zijn in de kamer er boven.
De ruimte waar nu de leestafel staat, 44 vierkante meter groot, kan ingericht worden als het Rembrandt Informatie Centrum. Het is een openbaar studie- en documentatiecentrum voor studenten en speciale bezoekers. Het heeft het karakter van een stiltecentrum. Ook buurtbewoners die rustig een tijdschrift of een boek willen lezen kunnen hier terecht. De kelder onder deze ruimte kan geschikt gemaakt worden voor de verdere collectie van het Rembrandthuis.
De huidige kinderbibliotheek van 60 vierkante meter wordt ingericht als nieuw educatiecentrum van het Rembrandthuis, maar met de uitdrukkelijke toezegging dat hier ook buurtactiviteiten plaatsvinden. Met name in de avonduren en in de weekeinden. Daarmee ontstaat een betaalbare plek voor de voortzetting en eventuele uitbreiding van de lopende buurtactiviteiten. De ruimte is zeer geschikt om de contacten, zoals die er voor een paar jaar terug met de basisscholen in de binnenstad bestonden, weer nieuw leven in te blazen. Met goede afspraken kan hier een mooie samenwerking tot stand komen tussen de buurt en het Rembrandthuis.

Het Rembrandthuis is bereid de achterste ruimte te delen met de buurt op basis van goede afspraken. Daarmee wordt die ruimte meer openbaar. In eerste instantie was dat niet mogelijk, omdat er kantoorfuncties zouden komen. Maar nu daarvoor uitgeweken kan worden naar de bovenliggende verdiepingen zijn er meer mogelijkheden in beeld gekomen. Het dubbelgebruik van ruimtes heeft uiteraard financiële voordelen. Omdat het nu nog gaat om een eerste verkenning van de ruimtes en er nog veel in nader beraad uitgewerkt moet worden, is het moeilijk om er een exact prijskaartje aan te hangen. Maar enige indicatie van de exploitatiekosten is wel mogelijk. Daarnaast zijn er natuurlijk de inrichtingskosten. Die zijn niet te verwaarlozen, omdat als de OBA eenmaal vertrokken is er wel wat moet gebeuren. Zoals gezegd aan het gebouw, maar ongetwijfeld ook aan de inrichting. Maar waarschijnlijk kan er in goed overleg met de OBA het nodige worden overgenomen. Denk aan boekenkasten, meubilair, verlichting, maar zeker ook aan boeken. De huidige bibliothecaresse, maar zeker ook het regiohoofd lijken daar uitstekende gesprekspartners voor.

Aan huurlasten, huren leestafelruimte en medegebruik van educatiecentrum en vergaderruimte, moet voorlopig gedacht worden aan zo’n 14.000 euro op jaarbasis. De verdere huisvestingskosten, zoals onderhoud, energie, water, schoonmaak etc. zullen ongeveer de helft daarvan zijn, zeg 7.000 euro. Met tijdschrift-en krantenabonnementen zal een 9.000 euro gemoeid zijn. Dan hebben we het over 100 tijdschriftabonnementen en 10 kranten. De kapitaalslasten van 10 internetpc’s bedragen op basis van afschrijving zo’n 3.000 euro. De kapitaalslasten van de inrichting kunnen bij een afschrijving in 10 jaar begroot worden op zo’n 5.000 euro per jaar. Er zijn verder kosten voor onderhoud apparatuur, telefoonkosten, printers, datacommnicatie, koffie en frisdrankapparaten. Het is moeilijk om dat allemaal nu goed in te schatten. Maar de ervaring leert dat kleine kosten niet veronachtzaamd mogen worden. En belangrijk is het om ook hier nog eenmaal te benadrukken dat het allemaal gebaseerd is op vrijwilligerswerk. Anders gaat het om heel andere bedragen. Alleen voor de professionele schoonmaak is een bedrag gereserveerd.
Als er een goede en vruchtbare samenwerking tussen de buurt en het Rembrandthuis tot stand komt dan het moet de begroting op jaarbasis binnen de 50.000 euro kunnen blijven. Veel zal afhangen van de verdere invulling en samenwerking.

Met dit verslag meent de werkgroep Pintohuis te voldoen aan de opdracht van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum van de gemeente Amsterdam om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de openbaarheid van de begane grond van het Pintohuis te realiseren. Die mogelijkheden zijn er gelukkig. En tegen aanvaardbare kosten. Mits er een goede en vruchtbare samenwerking tot stand komt. Die samenwerking zal langzaam moeten groeien. Het stadsdeel kan daar een bijdrage aan leveren door duidelijk te maken of deze eerste aanzet levensvatbaar geacht wordt en of daar ook geld voor zal worden uitgetrokken. De voorzitter van de werkgroep is, indien gewenst, gaarne bereid dit verslag dat een weergave bevat van de opvattingen die in de werkgroep leven toe te lichten.